donderdag 21 januari 2016

Het ‘Intra Muros’-bouwproject in de Vermeulenstraat: zichtbare en onzichtbare archeologen werken hard.

Wie regelmatig de Vermeulenstraat gebruikt ziet de bouwwerken van het Intra Muros woonproject met rasse schreden vooruitgaan. Daar waar wij nog niet lang geleden vanop de straat werkmannen beneden in een grote bouwput zagen rondwriemelen, staan ze nu op een betonplaat oog in oog met ons. En met het dichten van die put is ook de laatste fysieke link aan de archeologische opgraving die hier werd uitgevoerd verdwenen. Maandenlang konden we nochtans getuige zijn hoe een archeologische ploeg aan de slag was om het archeologische bodemarchief op te graven en zo te vrijwaren voor vernieling door de bouwwerken. Want als een ondergrondse parking onvermijdelijk blijkt, dan is er geen andere optie dan dit bedreigde bodemarchief op een wetenschappelijk manier uit de grond te halen en te bewaren. Of zoals ze zeggen met een vleugje Latijn: als bewaring in situ niet kan, dan is bewaring ex situ het enige alternatief.

Hoewel je momenteel dus geen archeologen in de Vermeulenstraat tegen het lijf zult lopen, betekent dit hoegenaamd niet dat er niet verder aan die opgraving wordt gewerkt. Integendeel, ook onzichtbaar voor het publiek doen zij verder, maar nu in een andere habitat: de werfkeet is ingeruild voor het kantoor, de schop en emmer voor computer en databestand. Want het veldwerk is nooit doel op zich, het is de weg naar de wetenschappelijke verwerking en publikatie van het opgegraven bodemarchief. Die verwerking houdt in dat alle tekeningen worden gedigitaliseerd, dat alles wat werd opgegraven wordt gesorteerd, geïdentificeerd, geteld, opgelijst, beschreven, gefotografeerd, getekend. Die basisgegevens zijn de bouwblokken die de archeologen nodig hebben om de geschiedenis van dit stukje Tongeren te helpen begrijpen en reconstrueren.

En ja, om dat te bereiken zullen zij en allerhande specialisten moeten ploeteren doorheen het ‘afval der eeuwen’: ongeveer 40.000 aardewerkscherven, 10.000 stukken beschilderd pleisterwerk, tienduizenden fragmenten dierlijk bot, 8000 ijzeren fragmenten, bijna 2000 stukken brons, 450 fragmenten lood, een kleine 500 scherfjes glas. Om de meer dan 2000 munten of de talloze grondmonsters niet te vergeten.

Om maar te zeggen: het is niet omdat je hen niet ziet, dat archeologen niet hard aan het werk zijn.

 

Geen opmerkingen: