woensdag 25 februari 2015

Prospectie Astridlaan

Op dinsdag 27 januari 2015 werd door het archeologisch bedrijf ARON bvba een vooronderzoek, uitgevoerd aan de Astridlaan. Het onderzochte terrein is gelegen in een archeologisch slecht gekende zone. Door de moerassige ondergrond werd lang gedacht dat dit stadsdeel pas na de bouw van de 2de eeuwse omwalling in ontwikkeling kwam als haven en/of ambachtszone. Wanneer in de 4de eeuw een nieuwe, kleinere omwalling werd gebouwd, kwam het gebied buiten de stad te liggen en dit bleef zo tot het eerste kwart van de 20ste eeuw.

Op een aangrenzende perceel werden bij een opgraving vondsten gedaan die suggereren dat de bewoning al teruggaat tot de Late-IJzertijd. De vroegste Romeinse bewoning kon hier gedateerd worden tussen de tweede helft van de 1ste eeuw en het begin van de 2de eeuw. De bewoningssporen uit de 1ste eeuw kunnen worden verbonden aan ‘houtbouw’ woningen. Vanaf de 2de eeuw kunnen de eerste sporen van stenen sokkelfunderingen waargenomen worden en deze ‘verstening’ zet zich verder in de latere periodes. Op het terrein werd dit vooral waargenomen in de vorm van uitbraaksporen en resten van stenen kelders. Sporen van na de 3de eeuw ontbreken zo goed als volledig. Langs de zuidrand van het toen onderzochte terrein werd wel nog een middeleeuwse, oost-west georiënteerde, veldweg geregistreerd.

Uit het nu uitgevoerd vooronderzoek bleek dat het bodemarchief vrijwel volledig intact zal zijn. Er werden 3 proefputten van 2 bij 4 m uitgegraven tot op het eerste archeologisch niveau. Hierin konden de eerste Romeinse sporen reeds waargenomen worden. Een opgraving zal meer licht werpen op de geschiedenis van dit slecht gekende deel van de stad en zijn ontwikkeling.

 

Info en afbeelding uit ARON-RAPPORT 220: Archeologische prospectie met ingreep in de bodem aan de Astridlaan te Tongeren, 2015

Vier goden in de Vermeulenstraat

Vier goden in de Vermeulenstraat – Natasja De Winter (ARON bvba)

Tijdens de laatste weken van de opgraving in de Vermeulenstraat werd nog een prachtige vondst gedaan. In de vulling van een beerput werd een ‘viergodensteen’ aangetroffen.
Deze stenen vormden de sokkel van zogenaamde ‘Jupiterzuilen’. Jupiterzuilen waren in de Romeinse periode populair in de noordelijke provincies van het Romeinse Rijk. Ze waren ettelijke meters hoog en waren opgebouwd uit een sokkel die soms versierd was met de voorstellingen van goden, eventueel een tussensokkel, waarop dan een zuil of pijler stond, die versierd was met bladeren (schubben), reliëfvoorstellingen van goden of een combinatie van beide. Bovenop deze monumenten stond dan een voorstelling van Jupiter, vaak zittend op een troon, soms rechtstaand, of als ruiter terwijl hij één of meerdere giganten (reuzen met benen die overgaan in slangenlichamen) onder zijn paard verplettert.
Dergelijke zuilen, of meestal fragmenten ervan, worden zowel gevonden in steden en kleinere nederzettingen, als op villadomeinen op het platteland. Ze zouden bedoeld zijn om voorspoed en een rooskleurige toekomst van de goden af te smeken.
In Tongeren werden al eerder fragmenten van Jupiterzuilen ontdekt. Op de tempelsite aan de Keverstraat werd in de jaren ’60 een prachtig voorbeeld van een Jupitergigantengroep ontdekt. In de Hasseltsestraat werd een gigant gevonden tijdens rioleringswerken 75 jaar geleden. In de Basiliek werd in 1912 een zuiltrommel met schubben ontdekt, en tijdens de opgravingen in de voorbije jaren werd daar ook een fragment van een viergodensteen aangetroffen. Bij de opgravingen aan de Kielenstraat door het IAP werd een gedeeltelijk bewaarde zeshoekige tussensokkel gevonden waarop zes goden staan afgebeeld en een fragment van een geschubde zuil. In 2010 zijn door Aron bvba op het Vrijthof twee zuiltrommels opgegraven die ook deel hebben uitgemaakt een Jupiterzuil, met voorstellingen van de goden Juno en Sol. De meeste van deze vondsten zijn te bezichtigen in het Gallo-Romeins Museum.
In de middeleeuwen werden onderdelen van Romeinse bouwwerken en dus ook van Jupiterzuilen vaak hergebruikt in nieuwe gebouwen: in 1869 heeft men bij restauraties in de Sint-Martinuskerk van Berg een viergodensteen ontdekt die ingemetst zat in het hoofdaltaar. In Heers werd in 1930 bij sloopwerken een viergodensteen gevonden die was herbruikt in de kerkhofmuur rond de Sint-Martinuskerk.
Zo’n mooi en goed bewaard exemplaar als dat van de Vermeulenstraat werd echter nog nergens in of rond Tongeren gevonden. Op de steen staan de voorstellingen van vier verschillende goden: De eerste is Mercurius, de beschermer van handelaars en reizigers, met vleugels aan zijn sandalen en zijn helm en met een staf waarrond twee slangen kronkelen. In zijn rechterhand houdt hij een geldbuidel vast. De tweede is de godin Fortuna, de godin van het lot, die de hoorn des overvloeds in haar linkerhand heeft en het rad van fortuin aan haar voeten heeft staan. De derde afbeelding stelt de god Silvanus voor, beschermer van de bossen, de akkers en het vee. In zijn ene hand houdt hij een snoeimes, in de andere hand de vruchten of gewassen die hij heeft geoogst, vermoedelijk een druiventros. De vierde afbeelding stelt een gesluierde vrouwenfiguur voor. Haar rechterhand rust op haar linkerschouder. Omdat hier geen attributen zijn bewaard, blijft de identificatie van deze godin moeilijk. Vermoedelijk gaat het om Juno, de echtgenote van Jupiter, die vaak met een sluier wordt afgebeeld en wiens beeltenis vaak terugkeert op viergodenstenen.
Ondertussen is de opgraving afgerond en gaat de aannemer verder met de werkzaamheden. Voor de archeologen is het echter nog lang niet afgelopen na het veldwerk: nu wacht hen nog het wassen en registreren van alle vondsten, het digitaliseren van alle verzamelde gegevens en het schrijven van een uitgebreid rapport over de opgraving.